Felix Saye |
|
|
bron: Liste 15 uit het archief gemeente Gaasterlân-Sleat |
|
|
foto beschikbaar gesteld door Guy Saye uit Gaasbeek |
Rene Saye, zoals de naam werkelijk geschreven wordt, heeft de herinneringen aan zijn jeugd aan het papier toevertrouwd. Hij vertelt ook over zijn tocht naar Friesland en later het bezoek aan de familie de Blaauw in Bakhuizen waar zijn vader Felix Saye gedurende de internering in 1914 - 1918 is geweest. |
Felix Saye, afkomstig uit Ukkel, toen een Vlaamstalige gemeente onder Brussel, was bij het 9e linieregiment. Op 1 augustus 1914 werd hij opgeroepen om zich bij zijn compagnie te voegen. Over wat er precies gebeurd is heeft hij nooit veel verteld. Hij heeft de slag bij Luik meegemaakt en daarna is zijn regiment te voet naar Antwerpen getrokken. |
"Antwerpen is in de handen van de Duitser gevallen zonder vechten, en het Belgisch leger is langs de Nederlandse grens in de richting van het Westen getrokken. En zo is de groep waar Papa bij was over de grens terechtgekomen, met het gevolg dat zij krijgsgevangen waren van de Hollanders. Zij mochten niet meer terug naar België, maar zij werden niet aan de Duitsers overgeleverd. Zo is Papa in Friesland gekomen, waar hij definitief zou blijven tot het einde van de oorlog. Hoeveel zouden er daar geweest zijn in Friesland? Een vijftigtal? Misschien honderd? Zij zijn daar gekazerneerd geweest in een oude steenbakkerij, later is er een kamp gekomen met houten barakken (is de steenfabriek te Rijs)". |
Ondertussen is de jongste van het gezin van 3 kinderen geboren in april 1915. Na een eerdere mislukte poging (??? in het verhaal staat dat het niet gelukt is maar verderop staat dat mama Saye met Carlo wel in Friesland is geweest??? ) van de vrouw van Felix Saye om met de kinderen vanuit België naar Friesland te reizen is het in 1915 wel gelukt. |
"Mama wilde absoluut met haar drie kinderen naar Papa toe gaan om er te blijven. Daarvoor had zij een "pas"nodig, maar de Duitsers wilden geen toelating geven. Mama heeft daarvoor nogal gelopen. Dikwijls is zij naar Brussel getrokken, en met haar kinderen is zij een noveen begonnen in het kapelleke van Stalle. Ik zie ons daar nog zitten bidden voor O.L.Vrouw. En de negende dag heeft mama haar "pas" gekregen. Kort daarop zijn wij vertrokken: een vrouw met drie kleine kinderen! Een van 6 maand, een van 4 1/4, en een van nog geen zeven jaar. Carlo en ik droegen een grijs manteltje dat mama zelf gemaakt had, zij maakte al onze kleren zelf. De jongetjes droegen elk een valiesje uit lijnwaad, het ene was natuurlijk groter dan het ander. Op een arm droeg mama haar kind, aan de andere hand had zij een valies. Stel u dat voor". |
's Morgens vroeg vertrekken wij uit Ukkel voor een reis die twee dagen en nachten zal duren. Onze tantes en Sus zijn met ons tot aan het Noordstation gegaan. In Antwerpen moest mama nog papierenlaten inorde brengen. We hebben daar in een hotel geslapen, en de volgende dag hebben wij gereisd per trein tot als wij 's avonds, als het al donker was aan de Zuiderzee (Enkhuizen) aankwamen". |
|
|
De haven met op de achtergrond het station van Enkhuizen. Achter het station de aanlegsteiger van de veerboot naar Staveren. |
De aanlegsteiger van de veerboot naar Staveren met links op de achtergrond het station van Enkhuizen. |
bron: Oud Enkhuizen |
"Daar hebben wij lang gewacht in een grote wachtzaal, en 's nachts zijn wij overgevaren naar Staveren in Friesland. Daar zie ik nog de drukte op de kade en een soort café, waar een koets gehuurd werd. En per koets naar Bakhuizen gereden. Het was nog nacht toen wij aanklopten bij de familie De Blaauw, waar papa veel aan huis kwam en waar mama gelogeerd had toen zij het jaar tevoren met Carlo ginder was. Die mijnheer is papa gaan roepen, die natuurlijk bij de soldaten verbleef. En dan heb ik papa teruggezien, na meer dan 14 maand. Ik herkende hem nog. Dat waren zeer vriendelijk mensen, die familie De Blauw, zeer gastvrij. Die nacht hebben we daar op stoelen geslapen, en de volgende dagen zijn wij daar ook blijven logeren, wij sliepen op zolder." |
|
foto 241-031 beschikbaar gesteld door Tineke Posthuma - Melchers |
De familie de Blaauw uit Bakhuizen rond 1914. v.l.n.r. Arnoldus de Blaauw (1866-1932), Gettje de Blaauw (*1893), Aaltje de Blaauw, Antje Nagelhout (1868-1935), Sibbeltje de Blaauw (*1903) |
"In dat gezin waren drie dochters. Ik denk dat de jongste Siebeltje heette. En een tijdje geleden zijn wij nog eens teruggekeerd naar Friesland: Maria, Hilda , Carlo en ik. En wij hebben dat Siebeltje een bezoek gebracht. Dat was reeds een vrouw op leeftijd. Zij herinnerde zich de familie Saye zeer goed. Mijnheer Saye, zei ze, was een godvrezend man. Dat heeft me diep getroffen. Een mooier diploma kon men mijn papa niet geven. Stel u voor. Allemaal jonge soldaten, ver van huis weg, ver van hun gezin, allemaal jongens die niets te doen hadden. Van op zijn preekstoel riep de pastoor eens: "Mensen, past op uw dochters, want de duivel is in 't land!". En die duivel, dat waren Belgische soldaten. Papa kwam daar geregeld in een gezin met drie jonge dochters. En daar zegt men dat uw vader een godvrezend man was." |
De wapenstilstand in 1918 maakte het gezin Saye mee in het Belgische kamp in Scheveningen. Het verhaal verteld niet wanneer het gezin daar naartoe is gegaan vanuit Friesland. Op de persoonlijsten "kolen en turf" van de kampen te Oudemridum en Rijs over de periode 1918-1919 komt de naam van Felix Saye niet voor. Ook over het verblijf in Friesland schrijft zoon Rene Saye niets. |
Het verhaal is beschikbaar gesteld door de familie Saye uit Gaasbeek. |
Het versturen van de originele lijst 15 is niet gelukt. Wilt u via de mail contact met ons opnemen. |
|
laatste wijziging: 15 februari 2015 |